Lapidaire
Victor Vasarely wordt beschouwd als sleutelfiguur voor de heropleving van de 20ste eeuwse wandtapijtkunst. Hij is hierin de abstracte tegenhanger van Jean Lurçat.
Vasarely beschouwde de wandtapijtkunst als volwaardig onderdeel van een grootschalig kunstenproject, geïnspireerd door de Bauhausbeweging. Hij was een multidisciplinaire kunstenaar en sterke promoter van de totale synthese van alle kunstdisciplines. Voor de wandtapijtkunst introduceerde hij ondermeer een technische vernieuwing, waarbij zijn ontwerpen fotografisch werden uitvergroot naar grootschalige kartons voor het getouw. Vanaf het midden van de jaren ’50 overklaste hij zijn collega-kunstenaars door tientallen ontwerpen te leveren voor abstracte wandtapijten, zowel aan de ateliers van Aubusson als aan de Gobelins.
De Parijse galeriste Denise René lag aan de oorsprong van Vasarelys interesse in de weefkunst. Samen met haar zakelijke partner, de meester-wever François Tabard te Aubusson, verzochten zij in 1952 Victor Vasarely om een eerste toonstelling samen te stellen met de titel “12 tapisseries inédites-12 onuitgegeven wandtapijten”. Deze expositie was het resultaat van een wedstrijd, uitgeschreven door François Tabard en Victor Vasarely en vormt de eerste groepstentoonstelling waarin de abstracte kunst haar intrede maakt in de weefkunst. Vasarely kreeg hierbij een sleutelrol: zo selecteerde hij de kunstenaars en legde hij de contacten tussen de kunstenaars en het weefatelier van Tabard en de galerij van Denise René. Wandtapijten van Vasarely prijkten hier naast het werk van Richard Mortensen, Fernand Léger, Kandinsky, Sophie Taueber-Arp.
De volgende jaren hield de galerij van Denise René talrijke tentoonstellingen met wandtapijten naar ontwerp van Victor Vasarely.
Zijn stijl is nadrukkelijk verschillend van het werk van zijn tijdgenoten: hij hanteert volle kleurenvlakken die sterk afgelijnd zijn, zonder hachures of dégradés. Zijn vroege weefsels illustreerden vaak zwart-wit vlakken. Vervolgens nemen bonte kleurenvlakken de overhand in zijn wandtapijten en sluiten zij op die wijze aan bij zijn kenmerkende ‘op art’.
De grote monochrome kleurvlakken vormen een dambord, gecombineerd met andere geometrische vlakken. In dit ontwerp geeft Vasarely een vroege aanzet naar zijn later werk, waarin de geometrische vlakken sterk vermenigvuldigd worden, met vaak een dieptewerking en het bekende duizelingwekkende resultaat.